Menu
Bezienswaardigheden / Dinxperlo-Suderwick / Kerken / Nieuws

Evangelisch-gereformeerde kerk – Suderwick

Aan het dorpsplein in Suderwick staat de Evangelisch-gereformeerde kerk. Zoals bijna alles in Dinxperwick heeft ook dit gebouw een internationale geschiedenis.

Sinds de kerstening van het gebied rondom Dinxperlo en Suderwick viel Suderwick onder Dinxperlo en daarmee onder de parochie Bocholt. Rond 1260 werd Dinxperlo een zelfstandige parochie, gewijd aan de hellige Liborius. Bestuurlijk viel Dinxperlo in die tijd onder de heerlijkheid Bredevoort. Suderwick viel kerkrechtelijk onder de parochie Dinxperlo, dat onder het bisdom Utrecht viel, maar politiek-bestuurlijk onder het bisdom Münster, dat ook wereldlijke rechten had. De bisschop Bernhard von Galen had niet niet voor niets de bijnaam “Bomben Bernhard”, ofwel Bommen-Berend. Deze merkwaardige situatie bleef bestaan tot aan de Reformatie, eind 16e eeuw. 

Met de Reformatie werd de Dorpskerk in Dinxperlo protestants. Het werd de katholieken in de Nederlanden verboden kerken te bezitten. Bisschop Bernhard von Galen liet daarop aan de grens een vijftal katholieke kapellen bouwen, opdat de katholieken hun geloof konden blijven belijden De protestanten uit Suderwick deden dat in de Dinxperlose Dorpskerk. Deze situatie bleef bestaan tot de stichting van het Duitse Rijk in de 19e eeuw. De eerste Duitse Grondwet stond het de Duitsers niet toe om over de grens naar de kerk te gaan. Voor de protestantse inwoners van Suderwick betekende dit dat zij niet meer in Dinxperlo naar de kerk mochten en voor de katholieken in Dinxperlo, dat zij niet meer naar de Michaëlskerk in Suderwick mochten. Aan de Nederlandse zijde werd dit opgelost door de katholieke kerk die in Breedenbroek werd gebouwd en de oprichting van de Sint Petrus en Paulusparochie Breedevoort-Dinxperlo. 

Voor de arme protestantse gemeenschap van Suderwick werd het wat lastiger. Zij woonden in het overwegend katholieke Rijnland en hadden geen geld om een eigen kerkgebouw te kunnen financieren. De Anholtse dominee Reeder, waaronder de Suderwickse protestanten vielen, maakte zich zorgen dat zij zich zouden afsplitsen, zoals dat in Nederland ook gebeurde met de gereformeerde kerk en zocht financiële steun bij de rijke evangelisch-gereformeerde gemeente in Elberfeld bij Wuppertal. Deze steun kreeg hij, met als gevolg dat er in Suderwick een eigen kerkgebouw kon worden gebouwd voor de protestanten, op voorwaarden dat de gemeente de naam “evangelisch-gereformeerde kerkgemeenschap Suderwick” zou aannemen, de belijdenis nooit op zou geven en altijd een zelfstandige gemeenschap zou blijven. Als de Suderwickse gemeente één van deze voorwaarden op zou geven, zou ze de grond en kerk terug moeten geven aan de gemeente in Elberfeld. Deze voorwaarden gelden in feite tot op de dag van vandaag. De toenmalige schenking zou tegenwoordig een waarde van 600.000 euro vertegenwoordigen en maakte het mogelijk dat op 13 oktober 1877 de Suderwickse protestantse gemeente een eigen kerk kon inwijden. 

De kerk werd gebouwd als bakstenen zaalkerk in romaniserende stijl met polychonaal koor en houten cassetteplafond. De toren met ingesnoerde naaldspits staat half in het schip. De kerk is 15 meter lang en ongeveer 9,50 meter breed. Aan de oostelijke gevel is een absis van 3,50 x 4,80 meter gebouwd. De totale hoogte van de toren met spits tot aan het kruis is 26 meter. In 1973 werd de kerk grondig gerestaureerd en gemoderniseerd. 

Locatie

Evangelisch-reformierte Kirche Suderwick
Johannes-Meis-Straße 2
D-46399 Bocholt-Suderwick